In 2023 is er in Nederland voor energie een prijsplafond. Deze regeling is ingegaan op 1 januari 2023 en blijft tot en met 31 december 2023 van kracht. Op deze pagina leggen we uit wat het prijsplafond is, hoe het werkt en hoe je een goede vergelijking kan maken.
Het prijsplafond wordt in de basis in twee onderdelen gesplitst:
De tarieven en het maximum verbruik staat vast:
Het is slim om een vergelijking te maken als je energiecontract bijna afloopt, om dit jaar een goede inschatting te maken van de verwachte kosten maken wij in onze vergelijker een indicatie van twee verschillende jaarprijzen.
Eén jaaroverzicht van de tarieven die de energieleverancier hanteert exclusief het prijsplafond en één jaaroverzicht van de tarieven die de energieleverancier hanteert inclusief het prijsplafond.
Let op: Onze berekeningen zijn slechts een indicatie van de verwachte kosten. Controleer zelf de prijsberekening inclusief prijsplafond aan de hand van de verbruiksverdeling van de overheid. In de grafieken hierboven zie je berekening van de overheid.
Gebruik deze html-code om de bovenstaande grafiek over te nemen:
<iframeclass="localfocusvisual" frameborder="0" style="width:100%;height:550px;overflow:hidden" src="https://localfocuswidgets.net/63c91dfe34fbc"></iframe>
Gebruik deze html-code om de bovenstaande grafiek over te nemen:
<iframe class="localfocusvisual" frameborder="0" style="width:100%;height:550px;overflow:hidden" src="https://localfocuswidgets.net/63c91e801e418"></iframe>
Het prijsplafond geldt voor de meeste huishoudens niet van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023. Het jaar 2023 wordt, als het ware, in twee periodes verdeeld. De eerste periode is het moment voor je jaarafrekening en de tweede periode is het moment na je jaarafrekening.
Hoe lang deze periodes zijn wordt bepaald door het moment waarop jij je jaarafrekening krijgt. En dat moment wordt bepaald door de startdatum van je energiecontract. Met andere woorden: een kalenderjaar loopt meestal niet gelijk met een “energiecontractjaar”.
Een voorbeeld hoe 2023 verdeeld kan worden in twee periodes:
Stel, je contract is op 12 april 2022 van start gegaan, dan ontvang je op 12 april 2023 je jaarafrekening. De eerste periode voor het prijsplafond is dan: 1 januari 2023 tot en met 11 april 2023. De tweede periode voor het prijsplafond start op 12 april 2023 en eindigt op 31 december 2023.
Omdat het maximum verbruik van het prijsplafond over de twee periodes moet worden verdeeld, wordt er een rekenmodel aangehouden waarbij is berekend wat het gemiddelde verbruik per dag zou zijn. Het gemiddelde wordt vanaf 1 januari opgeteld tot de dag van je jaarafrekening. Is je werkelijke verbruik tijdens deze periode lager dan dit gemiddelde dan betaal je maximaal de tarieven van het prijsplafond. Komt je verbruik boven dit gemiddelde uit, dan betaal voor alles boven dit gemiddelde je contractprijs. Vanaf het moment dat je nieuwe contractjaar ingaat, begint deze berekening opnieuw. De overheid houdt er rekening mee dat je in de wintermaanden meer energie verbruikt dan in de zomermaanden.
Let op: Je energieleverancier mag over beide periodes alleen het prijsplafond tarief in rekening brengen voor het aantal m3 gas of kWh stroom dat je volgens het rekenmodel tot die dag had mogen verbruiken.
Zit je in periode 1 onder dat verbruik? Dan neem je het “restverbruik” niet mee naar periode 2.
Zit je in periode 1 boven dat verbruik? Dan betaal je over het “teveel” het tarief dat in je energiecontract staat.
Deze regeling kan als gevolg hebben dat je over het gehele kalenderjaar 2023 onder het prijsplafond blijft, maar dat je tijdens een van de twee periodes wél boven het berekende verbruik uitkomt. Op dat moment moet je dus tóch bijbetalen.
Hieronder hebben we dit in twee rekenvoorbeelden met fictieve getallen uitgewerkt.
Voor dit voorbeeld nemen we de contractperiode die hierboven is beschreven. Je contract is op 12 april 2022 van start gegaan, Je krijgt een jaarafrekening op 12 april 2023. De eerste periode is voor jou van 1 januari 2023 tot en met 11 april 2023. Je tweede periode is voor jou van 12 april 2023 tot en met 31 december 2023.
Periode 1
Volgens het model van de rijksoverheid mag je in de eerste periode een verbruik hebben van 610m3 gas en 1250 kWh stroom.
Je daadwerkelijke verbruik in deze periode was: 580 m3 gas en 1050 kWh stroom. Je blijft dus in deze periode onder het maximum verbruik van het prijsplafond en hoeft over deze periode niks bij te betalen.
Periode 2
Volgens het model van de rijksoverheid mag je in de tweede periode een verbruik hebben van 590 m3 gas en 1650 kWh stroom.
Je daadwerkelijke verbruik in deze periode was: 640m3 gas en 1950 kWh stroom. Je zit hier dus 50m3 gas en 300 kWh stroom boven het prijsplafond. Voor deze periode moet je dus zeer waarschijnlijk bijbetalen. Want je energieleverancier zal voor de 50m3 gas en 300 kWh stroom het tarief hanteren dat in je contract staat.
In dit voorbeeld zie je dat je totaalverbruik in 2023 onder het prijsplafond blijft. Doordat het jaar in twee periodes is verdeeld en je in periode twee boven het berekende verbruik van die periode zat, moet je dus waarschijnlijk toch bijbetalen.
Voor dit voorbeeld nemen we twee andere tijdsperiodes.
Je contract is op 29 augustus 2022 van start gegaan, je krijgt een jaarafrekening op 29 augustus 2023. De eerste periode is voor jou van 1 januari 2023 tot en met 28 augustus 2023. Je tweede periode is voor jou van 29 augustus 2023 tot en met 31 december 2023.
Periode 1
Volgens het model van de rijksoverheid mag je in de eerste periode een verbruik hebben van 870 m3 gas en 1690 kWh stroom.
Je daadwerkelijke verbruik in deze periode was: 840 m3 gas en 1580 kWh stroom. Je blijft dus in deze periode onder het maximum verbruik van het prijsplafond en hoeft over deze periode niks bij te betalen.
Periode 2
Volgens het rekenmodel van de overheid mag je in de tweede periode een verbruik hebben van 330 m3 gas en 1210 kWh stroom.
Je daadwerkelijke verbruik in deze periode was: 295 m3 gas en 1020 kWh stroom. Je zit hier dus 35 m3 gas en 190 kWh stroom onder het prijsplafond. Dus ook voor deze periode hoef je niks bij te betalen.
In dit voorbeeld zie je dat je niet hoeft bij te betalen als je in beide periodes onder het prijsplafond blijft.
Het prijsplafond geldt voor alle consumenten en andere ‘kleinverbruikers’, denk aan zzp’ers, winkels, verenigingen, kleine maatschappelijke organisaties en een gedeelte van het mkb. Voor de kleinere bedrijven die in verhouding veel energie verbruiken, zoals een (klein) restaurant, bakker of slager komt een aparte regeling: tegemoetkoming energiekosten(TEK).
De TEK is gebaseerd op het energieverbruik en de omzet van een ondernemer. Deze compensatie zal naar verwachting voor een deel bestaan uit een kostenstijging van dit jaar en die van 2023. Daarbij wordt de vergoeding waarschijnlijk een percentage van de kostenstijging boven de referentieprijs, waarbij er een maximale vergoeding per bedrijf wordt gehanteerd.
Naar verwachting gaat deze regeling pas vanaf 1 april 2023 in, maar met terugwerkende kracht vanaf 1 november 2022.
Vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 is het prijsplafond geldig.
Energie Expert
Voor huishoudens die gebruik maken van stadsverwarming heeft de overheid een aparte regeling getroffen. Zij hebben vanaf 1 januari 2023 een maximumtarief van €47,39 per gigajoule warmte tot een maximum verbruik van 37 gigajoule.
De ongeveer 500.000 huishoudens met blokverwarming vallen niet onder het prijsplafond. Deze huishoudens krijgen een vaste vergoeding per wooneenheid. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen zelfstandige wooneenheden (zoals een appartement) en onzelfstandige eenheden (zoals een studentenkamer). De hoogte van dit bedrag staat nog niet definitief vast, maar zal waarschijnlijk tussen de € 670 voor studenten en € 1600 voor zelfstandige wooneenheden liggen. Ook is bekend gemaakt dat mensen met blokelektriciteit nog een tegemoetkoming krijgen van € 380 omdat zij niet gebruik konden maken van de 2 x € 190 korting op de energierekening in november en december. Naar verwachting is de regeling halverwege februari 2023 klaar en zal dit met terugwerkende kracht ingaan per 1 januari 2023.
Als jij een warmtepomp in je huis hebt, gelden dezelfde regels als voor de huishoudens met een gas- en elektriciteitsaansluiting. Doordat het kabinet het prijsplafond tarief voor elektriciteit heeft verlaagd (van € 0,70 naar € 0,40) en het maximum verbruik heeft verhoogd (van 2400 kWh naar 2900 kWh) komen ze ook deze huishoudens tegemoet.
Voor veel huishoudens met een lager inkomen is het, ondanks het prijsplafond, nog steeds lastig om de energierekening te betalen. Om deze reden zijn er nog een aantal vormen van compensatie voor een hoge energierekening.
De huishoudens met een inkomen rond het sociaal minimum krijgen ook in 2023 een eenmalige energietoeslag. Dit is een bedrag van ongeveer € 1300. Gemeenten mogen zelf bepalen welke inkomensgrens ze hanteren. De meeste gemeenten hanteren een inkomensgrens van 120% – 140% van het sociaal minimum. Een inkomensgrens van 120% van het sociaal minimum houdt in dat je als gezin een maximaal inkomen van € 2.049,70 per maand mag krijgen om in aanmerking te komen voor de compensatie. Als alleenstaande is dat bedrag € 1.434,79 per maand.
Kom jij in aanmerking voor deze compensatieregeling? Neem dan zo snel mogelijk contact op met de gemeente waarin je woont, daar word je verder geholpen. Hier lees je meer informatie over deze regeling en wanneer je in aanmerking komt.
In 2023 wordt er door de overheid € 300 miljoen extra uitgetrokken om huishoudens met een lager inkomen en slechte geïsoleerde woningen te ondersteunen met de isolatie van hun woning. De gemeente waarin je woont bepaald om welke maatregelen het gaat, een aantal gemeenten bieden een gratis energiebox aan. Terwijl anderen cadeaubonnen aanbieden die je bij een bouwmarkt of webshop in kan wisselen voor energiebesparende producten. Als je wilt weten hoe jouw gemeente deze compensatie aanbiedt, kijk dan op de website van de gemeente waar je in woont.
Op 7 februari is bekend geworden hoe het aangekondigde Tijdelijk Noodfonds Energie in werking treed. Met terugwerkende kracht zal dit Noodfonds een deel van de energierekening van huishoudens met een laag inkomen betalen. In het fonds is nu 49 miljoen euro beschikbaar om lagere inkomens tegemoet te komen met hun energierekening.
Hoe kom je in aanmerking
Er zijn twee eisen waar je aan moet voldoen. De eerste is een inkomensgrens, huishoudens met een bruto-inkomen van maximaal 200% van het sociaal minimum. Dit is voor alleenstaanden een maximaal inkomen van € 2980 en voor samenwonenden een inkomen van maximaal € 3794. Als tweede moet je als huishouden een eigen energiecontract voor stroom, gas en/of stadswarmte hebben afgesloten bij een energieleverancier. De energierekening moet wel hoger dan 10 tot 13% van het gezamenlijk bruto-inkomen zijn.
Denk je dat je in aanmerking komt voor het Tijdelijk Noodfonds Energie? Dan kan je, je hier aanmelden. Het fonds kijkt welk deel van het inkomen wordt besteed aan energie en hoeveel ze tegemoetkomen.
Zorgverzekeraar DSW heeft aangekondigd dat de zorgpremie voor 2024 aanzienlijk zal stijgen. De nieuwe premie van € 149,- per maand is een toename van €...
Lees meerGisteren was het weer zover: de derde dinsdag van september, oftewel Prinsjesdag. Op deze dag spreekt onze Koning de Troonrede uit. Hij vertelt dan hoe het...
Lees meerBij onze klantenservice merken we dat de vragen van bezorgde zonnepanelenbezitters hierover met de dag toenemen. We verwachten dat meerdere energieleveranciers...
Lees meer